ECLI:NL:CBB:2002:AE6023
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- M.J. Kuiper
- M.A. van der Ham
- F.W. du Marchie Sarvaas
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit superheffing melkproductie
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan op het beroep van Maatschap A en B tegen een besluit van het Productschap Zuivel. Het beroep is ingesteld tegen een besluit van 18 december 2000, waarbij een superheffing werd opgelegd over de heffingsperiode 1998/1999. De appellante had verzocht om een verhoging van haar fabrieksquotum, maar bij controle door de Algemene Inspectiedienst (AID) bleek dat zij geen volledige administratie had gevoerd en niet alle geleverde hoeveelheden kaas had opgegeven. Hierdoor werd de superheffing ambtshalve vastgesteld op 9.896 kg kaas, wat resulteerde in een heffing van fl. 9.032,94.
De appellante voerde aan dat zij te goeder trouw had gehandeld en dat de superheffing onredelijk was, gezien haar omstandigheden, waaronder een bedrijfsverplaatsing en medische complicaties van haar vennoot. Het College oordeelde echter dat de bevindingen van de AID niet waren betwist en dat de appellante niet had voldaan aan haar verplichtingen onder de Europese regelgeving. De appellante had meer kaas geleverd dan zij had verantwoord, waardoor de heffing terecht was opgelegd. Het College concludeerde dat de referentiehoeveelheden voor leveringen aan de fabriek en rechtstreekse verkoop afzonderlijk moesten worden behandeld, en dat de appellante geen aanspraak kon maken op verevening voor het niet verantwoorde deel van haar kaasverkoop.
Uiteindelijk verklaarde het College het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan op 31 mei 2002, in aanwezigheid van de griffier Th.J. van Gessel.