ECLI:NL:CBB:2002:AE2610
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- D. Roemers
- M.J. Kuiper
- M.A. van der Ham
- Rechtspraak.nl
Toekenning en intrekking van akkerbouwsubsidie in het kader van de Regeling EG-steunverlening
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan over de intrekking van een akkerbouwsubsidie die was toegekend aan appellante, Maatschap A. en B. C, te D. De zaak begon met een steunaanvraag die op 5 mei 1999 was ingediend, waarbij appellante recht had op een subsidie van fl. 4.071,50 voor een perceel van 6,8 ha. Echter, na een controle door de uitvoeringsdienst LASER bleek dat er een contract was gesloten met de grasdrogerij Idaard, waardoor de geconstateerde oppervlakte voor het perceel op nihil moest worden gesteld. LASER verzocht appellante om binnen 14 dagen te reageren op deze bevindingen.
Appellante voerde aan dat de grasdrogerij ten onrechte het perceel had vermeld in het contract en dat er geen producten van dat perceel waren gedroogd. De grasdrogerij erkende een administratieve fout te hebben gemaakt, maar het College oordeelde dat dit niet afdeed aan de regelgeving die cumulatie van subsidies verbiedt. Het College stelde vast dat de regelgeving vereist dat een perceel dat voor droogsteun in aanmerking komt, niet ook voor akkerbouwsubsidie kan worden opgegeven.
De procedure omvatte een hoorzitting en een verweerschrift van verweerder, de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Het College concludeerde dat de intrekking van de subsidie terecht was, omdat appellante niet had aangetoond dat er geen sprake was van een dubbele aanvraag. De argumenten van appellante over de ongeldigheid van het contract met de grasdrogerij werden verworpen, en het College verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak werd gedaan op 1 mei 2002.