ECLI:NL:CBB:2002:AE1627
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Voorlopige voorziening
- R.R. Winter
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling in het kader van een voorlopige voorziening betreffende de Gaswet
In deze zaak heeft Obragas Net B.V. op 15 april 2002 een verzoek ingediend bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven, nadat zij eerder een bindende aanwijzing had ontvangen van de directeur van de Dienst uitvoering en toezicht Energie (DTe) op 19 december 2001. Deze aanwijzing verplichtte verzoekster om binnen een maand de indicatieve tarieven en voorwaarden voor het jaar 2002 vast te stellen, conform de bepalingen van de Gaswet. Na het indienen van een bezwaarschrift op 18 januari 2002, heeft verzoekster op 21 januari 2002 een verzoek om voorlopige voorziening ingediend om het besluit van 19 december 2001 te schorsen. Op 25 januari 2002 heeft de DTe zijn eerdere besluit gedeeltelijk opgeschort, wat leidde tot de intrekking van het verzoek om voorlopige voorziening door verzoekster op 6 februari 2002.
De voorzieningenrechter heeft vervolgens de DTe in de gelegenheid gesteld om te reageren op het verzoek om proceskostenveroordeling. De DTe heeft echter geen verweer gevoerd en aangegeven dat het verzoek conform het Besluit proceskosten bestuursrecht zal worden afgehandeld. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de DTe aan verzoekster gedeeltelijk tegemoet is gekomen en heeft het verzoek om kostenveroordeling toegewezen. De kosten zijn begroot op € 107,33, rekening houdend met de samenhang met twee andere gelijkluidende verzoeken. Tevens is bepaald dat het griffierecht van € 218,-- aan verzoekster moet worden terugbetaald.
De uitspraak is gedaan door mr. R.R. Winter, met mr. drs. M.S. Hoppener als griffier, en is openbaar uitgesproken op 15 april 2002. De voorzieningenrechter heeft de Nederlandse Mededingingsautoriteit aangewezen als de rechtspersoon die de kosten moet vergoeden en heeft het meer of anders gevorderde afgewezen.