ECLI:NL:CBB:2002:AE1558
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Voorlopige voorziening
- R.R. Winter
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling in het kader van een voorlopige voorziening betreffende de Gaswet
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 15 april 2002 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van Intergas Netbeheer B.V. tegen de directeur van de Dienst uitvoering en toezicht Energie (DTe). De zaak betreft een bindende aanwijzing die DTe op 19 december 2001 aan Intergas had gegeven, waarin werd geëist dat de indicatieve tarieven en voorwaarden voor het jaar 2002 binnen een maand na bekendmaking van het besluit moesten worden vastgesteld. Intergas heeft hiertegen bezwaar aangetekend en verzocht om een voorlopige voorziening, die op 25 januari 2002 gedeeltelijk werd opgeschort. Op 6 februari 2002 trok Intergas het verzoek om voorlopige voorziening in, maar vroeg wel om een proceskostenveroordeling. DTe heeft geen verweer gevoerd tegen dit verzoek.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat DTe aan Intergas gedeeltelijk tegemoet is gekomen door de bindende aanwijzing op te schorten. Gelet op het feit dat DTe geen inhoudelijk verweer heeft gevoerd en er geen feiten of omstandigheden zijn die tot een ander oordeel nopen, werd het verzoek om kostenveroordeling toegewezen. De kosten werden begroot op € 107,33, rekening houdend met de samenhang met andere gelijke verzoeken. Tevens werd bepaald dat het door Intergas betaalde griffierecht van € 218,-- door de griffier moest worden terugbetaald. De uitspraak werd gedaan in het openbaar en is een belangrijke bevestiging van de mogelijkheid tot proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke procedures.