ECLI:NL:CBB:2002:AE1127
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring in varkensleveringen regeling
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 28 maart 2002 uitspraak gedaan in een geschil tussen Maatschap A & B, gevestigd te C, en de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. De appellanten hadden beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister, waarin zij niet-ontvankelijk waren verklaard in hun bezwaar tegen een eerdere mededeling van de Minister. Deze mededeling, gedateerd 19 april 2001, hield in dat het varkenshouderijbedrijf van appellanten van rechtswege was aangewezen als D-bedrijf, omdat zij geen aanvraag hadden ingediend voor aanwijzing als A-bedrijf voor de gestelde deadline van 1 april 2001.
De procedure begon op 15 november 2001 met de indiening van het beroepschrift door appellanten. In hun beroep stelden zij dat de MKZ-crisis hen verhinderde om tijdig een aanvraag in te dienen. De Minister had in eerdere correspondentie aangegeven dat het bedrijf als A-bedrijf zou worden behandeld, maar de appellanten konden niet voldoen aan de vereisten door de omstandigheden van de MKZ-crisis. Het College heeft de argumenten van appellanten overwogen, maar oordeelde dat de wijziging van status van A-bedrijf naar D-bedrijf van rechtswege had plaatsgevonden, zonder dat een besluit van de Minister noodzakelijk was.
Het College concludeerde dat de brief van 19 april 2001 geen besluit was in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), en dat er derhalve geen mogelijkheid was voor bezwaar of beroep. De appellanten werden kennelijk niet-ontvankelijk verklaard in hun bezwaar. Het College oordeelde dat de schade die appellanten hadden geleden niet het gevolg was van een besluit in de zin van de Awb, en dat eventuele schadeclaims bij de burgerlijke rechter moesten worden ingediend. Uiteindelijk verklaarde het College het beroep ongegrond en was er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.