ECLI:NL:CBB:2002:AD9943
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- C.J. Borman
- F.W. du Marchie Sarvaas
- H.G. Lubberdink
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen heffing en registratie bij het Bedrijfschap Schildersbedrijf
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven, gedateerd 23 januari 2002, zijn zeven appellanten betrokken die bezwaar hebben gemaakt tegen een heffing en de inschrijving van hun bedrijven bij het Bedrijfschap Schildersbedrijf. De appellanten, vertegenwoordigd door hun gemachtigde J.P. Remmelzwaal, hebben in 1997 bezwaar aangetekend tegen de aan hen gerichte facturen en besluiten van het Bedrijfschap. De procedure begon met een beroepschrift op 10 mei 2000, gevolgd door een verweerschrift van de verweerder op 4 juli 2000. De eerste zitting vond plaats op 21 maart 2001, waarbij partijen hun standpunten toelichtten. Na een schorsing van het onderzoek ter zitting, werden er nadere stukken ingediend door beide partijen.
De kern van het geschil betreft de registratie van de ondernemingen van de appellanten en de opgelegde heffingen. De appellanten stelden dat hun bedrijven niet onder de categorieën vallen waarvoor het Bedrijfschap is ingesteld. Het College oordeelde dat de bestreden besluiten van het Bedrijfschap, die de bezwaren van de appellanten ongegrond verklaarden, niet rechtsgeldig waren. Het College concludeerde dat de bezwaarschriften van de appellanten niet waren gericht tegen bestaande besluiten, maar tegen niet-bestaande besluiten. Dit leidde tot de vernietiging van de bestreden besluiten.
Het College heeft tevens een proceskostenveroordeling uitgesproken, waarbij de kosten van rechtsbijstand en reiskosten aan de appellanten worden vergoed. De totale kostenvergoeding bedraagt € 1.554,46, inclusief het griffierecht van € 204,20 per appellant. De uitspraak benadrukt het belang van correcte besluitvorming door bestuursorganen en de rechten van appellanten in bezwaarprocedures.