ECLI:NL:CBB:2002:AD9055
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.C. Cusell
- J.A. Hagen
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Tuchtprocedure tegen registeraccountant wegens onzorgvuldige communicatie in echtscheidingskwestie
In deze zaak gaat het om een tuchtprocedure tegen een registeraccountant, appellant, die in een echtscheidingskwestie betrokken was. De klacht is ingediend door B, de klaagster, die op 1 juni 1999 een klacht indiende tegen de accountant. De raad van tucht heeft op 18 december 2000 een beslissing genomen, waartegen appellant beroep heeft ingesteld bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven. De zaak is behandeld op 27 november 2001, waarbij zowel appellant als klaagster in persoon aanwezig waren, met klaagster vertegenwoordigd door haar advocaat, mr. J.C.B.C. Geerts.
Het College heeft de feiten vastgesteld op basis van de eerdere beslissing van de raad van tucht, met een correctie op de datum van de echtscheidingsprocedure van klaagster. De raad van tucht had klachtonderdeel c gegrond verklaard en een schriftelijke waarschuwing opgelegd aan appellant, terwijl andere klachtonderdelen ongegrond werden verklaard. Appellant heeft in zijn beroepschrift betoogd dat de raad van tucht ten onrechte heeft geoordeeld dat hij onvoldoende rekening heeft gehouden met de gevolgen van zijn communicatie in de echtscheidingsprocedure.
Het College heeft de middelen van beroep gezamenlijk besproken en geconcludeerd dat de brief van appellant aan de echtgenoot van klaagster een deugdelijke grondslag ontbeert. De communicatie was onduidelijk en voor misverstanden vatbaar, wat appellant kan worden verweten. Het College heeft de opgelegde maatregel van een schriftelijke waarschuwing passend geacht en het beroep verworpen. Klaagster heeft verzocht om vergoeding van de kosten van rechtsbijstand, maar dit verzoek werd afgewezen omdat de wet hier niet in voorziet. De uitspraak werd gedaan op 8 januari 2002.