ECLI:NL:CBB:2001:AD8621
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- B. Verwayen
- M.A. Fierstra
- B. Hessel
- Rechtspraak.nl
Tuchtklacht tegen accountant en management consultancy
In deze zaak heeft appellant, A, een klacht ingediend bij de raad van tucht tegen B, een accountant, vanwege vermeende schendingen van de gedrags- en beroepsregels. De klacht werd op 31 januari 2000 door de raad van tucht ongegrond verklaard. A heeft hiertegen beroep ingesteld bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven, dat op 20 november 2001 de zitting hield. A verscheen persoonlijk, terwijl B werd vertegenwoordigd door zijn advocaat, mr. F. Waardenburg. Het College heeft de feiten vastgesteld op basis van de eerdere beslissing van de raad van tucht, waartegen geen grieven zijn ingediend.
De kern van de klacht betreft de rol van B als voorzitter van de raad van bestuur van P, waarbij A stelt dat B heeft bijgedragen aan het verrichten van werkzaamheden door accountants als management consultant, zonder dat deze accountants daartoe voldoende zijn opgeleid. A betoogt dat dit in strijd is met de Verordening Gedrags- en Beroepsregels Registeraccountants (GBR). Het College oordeelt dat de klacht niet betrekking heeft op het optreden van B als accountant, maar op zijn handelen als bestuurder. A heeft zijn beschuldigingen niet onderbouwd met concrete voorbeelden, waardoor het College de stellingen van A niet aannemelijk acht.
Het College concludeert dat de middelen van beroep van A geen doel treffen en dat de eerdere beslissing van de raad van tucht in stand blijft. De uitspraak van het College is gedaan op basis van de Wet op de Registeraccountants en de GBR. De beslissing werd uitgesproken in het openbaar op 28 december 2001, waarbij de rechters B. Verwayen, M.A. Fierstra en B. Hessel aanwezig waren, met mr. drs. B. van Velzen als griffier.