ECLI:NL:CBB:2001:AD8604
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- H.C. Cusell
- W.F. Claessens
- Rechtspraak.nl
Weigering inschrijving als werkzoekende op basis van verblijfsvergunning en discriminatieverbod
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 27 december 2001 uitspraak gedaan in het geschil tussen appellant A, een Marokkaanse vreemdeling, en de Regionale Directie van de Arbeidsvoorzieningsorganisatie Haaglanden. Appellant had beroep ingesteld tegen een besluit van verweerster, waarin zijn inschrijving als werkzoekende werd geweigerd op basis van het ontbreken van een geldige verblijfsvergunning. De procedure begon met een faxbericht van appellant op 4 april 2000, waarin hij beroep aantekende tegen het besluit van 22 februari 2000, dat zijn bezwaarschrift tegen een eerdere weigering ongegrond verklaarde. De zitting vond plaats op 23 november 2001, waar beide partijen hun standpunten toelichtten.
De kern van het geschil draait om de vraag of appellant recht heeft op inschrijving als werkzoekende, ondanks dat zijn verblijfsvergunning was verlopen. De Arbeidsvoorzieningswet 1996 bepaalt dat vreemdelingen met een geldige vergunning zich kunnen inschrijven. Appellant stelde dat het besluit van verweerster, dat inschrijving onmogelijk maakte voor vreemdelingen zonder geldige verblijfsvergunning, in strijd was met de Grondwet, omdat het een discriminatie creëerde tussen verschillende groepen vreemdelingen. Hij voerde aan dat het Besluit, dat deze regels vaststelde, onverbindend was omdat het niet rekening hield met vreemdelingen die in afwachting zijn van een beslissing op hun verlengingsverzoek.
Het College oordeelde dat appellant ten tijde van het bestreden besluit geen geldige verblijfsvergunning had en dus niet voldeed aan de voorwaarden voor inschrijving. Het College verwierp de argumenten van appellant over discriminatie en détournement de pouvoir, en concludeerde dat het beroep ongegrond was. De beslissing van verweerster werd bevestigd, en er werden geen proceskosten aan de veroordeling verbonden.