ECLI:NL:CBB:2001:AD6765
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- B. Verwayen
- H.C. Cusell
- J.A. Hagen
- Rechtspraak.nl
Tuchtprocedure tegen accountant over ondeugdelijk advies bij turbo-bv
In deze zaak gaat het om een tuchtprocedure tegen een accountant, appellant, die een klacht indiende tegen zijn adviseur, betrokkene, vanwege vermeend ondeugdelijk advies met betrekking tot de oprichting van een turbo-bv. De klacht werd ingediend op 18 februari 1999 en de raad van tucht heeft op 30 december 1999 een beslissing genomen, waartegen appellant beroep aantekende bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven. De zitting vond plaats op 16 oktober 2001, waar zowel appellant als betrokkene aanwezig waren, laatstgenoemde bijgestaan door drs. J.M.A. van Rijn RA.
Het College heeft de feiten vastgesteld op basis van de bestreden beslissing van de raad van tucht, waartegen geen grieven zijn ingediend. De raad van tucht had de klacht ongegrond verklaard. Appellant stelde dat betrokkene ondeugdelijk advies had gegeven over de risico's van de turbo-constructie, wat leidde tot een schade van f 20.136,-. Appellant betoogde dat betrokkene hem had moeten wijzen op de risico's en dat hij vooraf goedkeuring van de Belastingdienst had moeten vragen.
Het College oordeelde dat de turbo-constructie in de relevante periode niet ongebruikelijk was en dat betrokkene voldoende op de risico's had gewezen in zijn advies. Het College verwierp de grieven van appellant en concludeerde dat betrokkene geen verwijt te maken viel voor het niet verkrijgen van de verklaring van geen bezwaar van het Ministerie van Justitie, aangezien dit niet voorzienbaar was ten tijde van het advies. De beslissing van het College was gebaseerd op de relevante artikelen van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten en de Gedrags- en Beroepsregels Accountants-Administratieconsulenten 1994. Uiteindelijk werd het beroep van appellant verworpen.