ECLI:NL:CBB:2001:AD6764
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- B. Verwayen
- H.C. Cusell
- J.A. Hagen
- Rechtspraak.nl
Tuchtzaak tegen pluimveehouder wegens overtredingen van hygiënevoorschriften
In deze zaak heeft appellant, een pluimveehouder, beroep ingesteld tegen een tuchtbeschikking van het Tuchtgerecht Productschap voor Pluimvee en Eieren, waarin hem een geldboete van fl. 8.000,-- was opgelegd. De tuchtbeschikking was gebaseerd op een rapport van de Stichting Controlebureau Pluimvee, Eieren en Eiprodukten, waarin overtredingen van de hygiënevoorschriften voor de pluimveehouderij werden vastgesteld. Appellant had zijn beroep ingediend op 29 december 2000, na kennisgeving van de tuchtbeschikking op 15 december 2000. Tijdens de zitting op 16 oktober 2001 was appellant niet aanwezig en had hij zich niet laten vertegenwoordigen. Wel waren er inlichtingen verstrekt door een inspecteur van de controlebureau.
Appellant voerde aan dat hij door de aanleg van de snelweg A-50 onder druk stond om zijn boerderij te verkopen en daardoor de benodigde stalaanpassingen was vergeten. Hij betwistte niet de overtredingen, maar vond de opgelegde boete te hoog, gezien de geringe omvang van zijn bedrijf en het feit dat hij nooit eerder formele waarschuwingen had ontvangen. Hij verwees ook naar andere pluimveehouders die lagere boetes hadden gekregen voor soortgelijke overtredingen.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde dat de argumenten van appellant niet voldoende waren om de tuchtbeschikking te weerleggen. Het College stelde vast dat de overtredingen ernstig waren, vooral gezien het belang van de volksgezondheid. De stelling van appellant dat hij zijn bedrijf mogelijk op korte termijn zou beëindigen, werd niet als een geldige reden gezien om de regelgeving niet na te leven. Het College concludeerde dat de opgelegde boete niet onredelijk was en verwierp het beroep van appellant.