ECLI:NL:CBB:2001:AD5542
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- D. Roemers
- C.J. Borman
- W.E. Doolaard
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen wijziging dienstregeling openbaar vervoer
In deze zaak, uitgesproken op 7 november 2001 door het College van Beroep voor het bedrijfsleven, hebben appellanten A en B beroep ingesteld tegen een besluit van het college van gedeputeerde staten van Limburg. Dit besluit, genomen op 23 januari 2001, verklaarde de appellanten niet-ontvankelijk in hun bezwaar tegen een wijziging van de dienstregeling van Hermes Openbaar Vervoer B.V. voor interlokaal openbaar vervoer in de provincie Limburg. De procedure begon op 5 maart 2001 met de indiening van het beroepschrift door de appellanten. Na de indiening van een verweerschrift door verweerder op 1 juni 2001, vond op 3 oktober 2001 een zitting plaats waar beide partijen hun standpunten toelichtten.
De kern van het geschil betreft de wijziging van de dienstregeling die op 22 oktober 2000 inging en gold tot 10 juni 2001. Appellanten voerden aan dat de wijziging hen veel hinder en overlast bezorgde, omdat buslijn 7 nu frequent bij hun woning stopte. Ze stelden dat de waarde van hun woning hierdoor was gedaald. Het College oordeelde echter dat de wijziging van de dienstregeling inmiddels geen werking meer had en dat een gegrondverklaring van het beroep niet zou leiden tot een aanpassing van de dienstregeling. Bovendien bleek dat appellanten geen bezwaar hadden gemaakt tegen de opvolgende dienstregeling.
Het College concludeerde dat appellanten geen belang meer hadden bij de beoordeling van hun beroep, aangezien de schade die zij stelden niet concreet was aangetoond. Daarom werd het beroep niet-ontvankelijk verklaard, zonder dat er termen aanwezig waren voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt het belang van het aantonen van belang en schade in bestuursrechtelijke procedures.