ECLI:NL:CBB:2001:AD3909
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- D. Roemers
- F.W. du Marchie Sarvaas
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag premie voor zoogkoeien op basis van Regeling dierlijke EG-premies
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 26 september 2001 uitspraak gedaan in het geschil tussen appellant A, die een aanvraag voor premie voor zoogkoeien had ingediend, en de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Appellant had op 8 augustus 1999 een aanvraag ingediend voor 20 zoogkoeien, maar de aanvraag werd afgewezen op basis van een controle door de AID, die vaststelde dat slechts 15 van de 20 aangevraagde zoogkoeien op het bedrijf van appellant aanwezig waren. De controle vond plaats op 11 januari 2000, en het verslag toonde aan dat 5 zoogkoeien niet op het bedrijf van appellant waren aangetroffen, maar op een ander bedrijf waar appellant geen schriftelijke overeenkomst voor had.
De Minister had in zijn besluit van 2 januari 2001 geoordeeld dat appellant niet voldeed aan de voorwaarden van de Regeling, die vereist dat de dieren gedurende de aanhoudperiode op het bedrijf van de aanvrager aanwezig zijn. Appellant voerde aan dat hij een mondelinge overeenkomst had met de eigenaar van het andere bedrijf, maar het College oordeelde dat deze overeenkomst niet voldeed aan de eisen van de Regeling. Het College concludeerde dat appellant niet beschikte over een gebruikstitel voor de stal waar de dieren waren ondergebracht, en dat de aanvraag om premie daarom terecht was afgewezen.
Het College verklaarde het beroep van appellant ongegrond, omdat de geconstateerde afwijking van meer dan 20% in het aantal dieren dat op het bedrijf aanwezig was, leidde tot de conclusie dat appellant geen recht had op de aangevraagde premie. De uitspraak benadrukte dat de Regeling en de bijbehorende verordeningen strikt moeten worden nageleefd, en dat er geen ruimte is voor afwijkingen in het sanctieregime. De beslissing werd genomen zonder termen voor proceskostenveroordeling, aangezien het beroep ongegrond werd verklaard.