ECLI:NL:CBB:2001:AD3890
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.J. Kuiper
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing premieaanvraag op grond van de Premieregeling onderhoudsbinnenschilderwerk en wandafwerking
In deze zaak heeft appellante, A, beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder, het Bedrijfschap Schildersbedrijf, dat haar premieaanvraag voor de winterpremie 1998/1999 had afgewezen. De procedure begon op 2 september 1999 met de indiening van het beroepschrift, waarin A betoogde dat haar aanvraag tijdig was ingediend. Verweerder had echter gesteld dat de aanvraag niet op de juiste datum was ontvangen en dat A de werkzaamheden had aangevangen zonder voorafgaande premietoezegging, wat in strijd was met artikel 12 van de Premieregeling. Tijdens de zitting op 19 april 2001 heeft verweerder zijn standpunt toegelicht, terwijl appellante niet ter zitting aanwezig was.
De kern van het geschil draaide om de vraag of de premieaanvraag tijdig was ingediend en of A recht had op de winterpremie. A voerde aan dat zij gebruik had gemaakt van faxapparatuur en dat de fax als bewijs diende voor de tijdige indiening. Verweerder betwistte dit en stelde dat de aanvraag pas na de startdatum van de werkzaamheden was ontvangen. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde dat A niet had voldaan aan de voorwaarden van de Premieregeling, aangezien zij de werkzaamheden had aangevangen zonder een premietoezegging te hebben ontvangen.
Het College concludeerde dat de strikte controle op de uitvoering van de regeling noodzakelijk was, gezien het financiële belang en het aantal aanvragen. Het beroep van A werd ongegrond verklaard, en het College achtte geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door M.J. Kuiper, in tegenwoordigheid van griffier A. Bruining, op 26 september 2001.