ECLI:NL:CBB:2001:AD3635
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.C. Cusell
- Rechtspraak.nl
Verdachtverklaring van varkens wegens besmetting met klassieke varkenspest
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 4 september 2001 uitspraak gedaan in een geschil tussen appellant A, eigenaar van een varkensbedrijf, en de Inspecteur-Districtshoofd van de Veterinaire Dienst. Appellant had beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder van 11 maart 1999, waarin de varkens op zijn bedrijf verdacht werden verklaard van besmetting met klassieke varkenspest. Dit besluit volgde op eerdere besluiten van 11 april 1997, waarin maatregelen werden aangekondigd vanwege de verdenking van besmetting door sperma afkomstig van een besmet KI-station.
De procedure begon op 20 april 1999 met de indiening van het beroepschrift. Appellant voerde aan dat de verdachtverklaring onterecht was, omdat het sperma dat hij had ontvangen van KI-station Merselo niet besmet was. Verweerder stelde echter dat er een reëel risico op besmetting bestond, omdat er materialen waren verplaatst van een besmet KI-station naar Merselo. Het College heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen, inclusief de argumenten van beide partijen.
Na het onderzoek ter zitting, waar zowel appellant als verweerder hun standpunten toelichtten, concludeerde het College dat verweerder terecht had gehandeld. De criteria voor de verdachtverklaring waren wetenschappelijk onderbouwd en het College zag geen reden om te twijfelen aan de motivering van verweerder. Het beroep van appellant werd ongegrond verklaard, en het College oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldige besluitvorming in bestuursrechtelijke procedures, vooral in gevallen die de volksgezondheid en de veehouderij raken. Het College bevestigde dat de genomen maatregelen gerechtvaardigd waren gezien de risico's van besmetting met klassieke varkenspest.