ECLI:NL:CBB:2001:AD3526
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing verzoek om ontheffing van vervoersverbod in verband met klassieke varkenspest
In deze zaak hebben appellanten A en B beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, waarbij hun verzoek om ontheffing van een vervoersverbod werd afgewezen. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven ontving het beroepschrift op 7 mei 1999, naar aanleiding van een besluit van 31 maart 1999. De appellanten, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.J.J. de Rooy, voerden aan dat het vervoersverbod hen onterecht werd opgelegd, vooral omdat hun bedrijf na een uitbraak van klassieke varkenspest preventief was geruimd en er sindsdien geen nieuwe gevallen waren geconstateerd.
De relevante regelgeving, waaronder de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, stelt dat de minister het vervoeren van dieren kan verbieden in gebieden waar besmetting is vastgesteld. De appellanten stelden dat de minister niet had aangetoond dat er nog veterinaire risico's waren die een ontheffing in de weg stonden. Het College oordeelde dat het vervoersverbod, dat sinds 17 december 1997 niet meer gold voor de directe omgeving van het bedrijf van appellant sub 1, niet langer relevant was voor hun verzoek om ontheffing.
Het College concludeerde dat de minister niet in strijd had gehandeld met de Algemene wet bestuursrecht (Awb) door geen schadevergoeding toe te kennen, aangezien de nadelige gevolgen van het vervoersverbod niet onevenredig waren in verhouding tot het algemeen belang van de volksgezondheid en het welzijn van dieren. Het beroep van appellant sub 1 werd ongegrond verklaard, terwijl het beroep van appellant sub 2 niet-ontvankelijk werd verklaard omdat zij geen bezwaar had gemaakt tegen het eerdere besluit.