ECLI:NL:CBB:2001:AD3480
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- D. Roemers
- H.G. Lubberdink
- C.J. Borman
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit van het Productschap voor Zuivel inzake restitutiebetalingen voor kaasexport naar de VS
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 31 augustus 2001 uitspraak gedaan in het beroep van appellante A tegen een besluit van het Productschap voor Zuivel. Het geschil betreft de betaling van restituties voor kaas die door appellante naar de Verenigde Staten is geëxporteerd. Het Productschap heeft aangegeven dat de restitutie pas kan worden betaald wanneer aanvullende bewijzen, zoals facturen, worden overgelegd. Appellante heeft in haar beroepschrift betoogd dat zij aan alle wettelijke eisen heeft voldaan en dat er geen reden is om de betaling van de restitutie verder te vertragen.
De procedure begon op 11 september 1998 met de indiening van het beroepschrift. Gedurende de procedure zijn verschillende stukken ingediend, waaronder een verweerschrift en conclusies van repliek en dupliek. Op 24 november 1999 vond een eerste zitting plaats, waarbij appellante werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde en een advocaat. Het College heeft het onderzoek heropend na het intrekken van een verzoek om schadevergoeding door appellante.
In de beoordeling van het geschil heeft het College vastgesteld dat het Productschap aanvullende bewijzen heeft verlangd in het kader van de Europese regelgeving. Echter, in een eerdere uitspraak in een andere zaak is het beroep van appellante gegrond verklaard, waardoor het Productschap niet langer kon volhouden dat aanvullende bewijzen vereist waren. Het College heeft geoordeeld dat het bestreden besluit ondeugdelijk is gemotiveerd en heeft het vernietigd. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van appellante en is bepaald dat het griffierecht aan haar moet worden vergoed.