ECLI:NL:CBB:2001:AD3368
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- B. Verwayen
- J.A. Hagen
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Subsidietoekenning voor fundamenteel en industrieel onderzoek in de agrarische sector
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven, gedateerd 30 augustus 2001, staat de subsidietoekenning voor een onderzoeksproject van appellante centraal. Appellante, een kwekerij, had een aanvraag ingediend voor subsidie ter waarde van f. 1.018.063,- voor het project 'Introduction of new Lily varieties'. De aanvraag werd afgewezen door de Minister van Economische Zaken, die oordeelde dat de projectkosten voor fundamenteel en industrieel onderzoek minder dan 50% van de totale projectkosten uitmaakten. Appellante ging in beroep tegen deze beslissing, stellende dat er wel degelijk sprake was van fundamenteel en industrieel onderzoek, en dat de activiteiten niet slechts routinematig waren.
Tijdens de zitting op 19 juli 2001 werd het standpunt van appellante toegelicht door haar gemachtigden en enkele medewerkers. De Minister verdedigde zijn besluit door te stellen dat de activiteiten van appellante niet wezenlijk afweken van de normale werkzaamheden van een kweker. Het College oordeelde dat de Minister onvoldoende had gemotiveerd waarom de projectkosten niet als fundamenteel en industrieel onderzoek konden worden aangemerkt. Het College concludeerde dat de Minister niet had ingegaan op de argumenten van appellante en dat er voldoende aanknopingspunten waren voor nader onderzoek naar de aard van het project.
Het College verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg de Minister op om een nieuwe beslissing te nemen op het bezwaarschrift van appellante. Tevens werd de Minister veroordeeld in de proceskosten van appellante, vastgesteld op f. 1.420,--. Deze uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering bij subsidiebesluiten en de noodzaak voor bestuursorganen om adequaat in te gaan op de argumenten van aanvragers.