ECLI:NL:CBB:2001:AD3262
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Voorlopige voorziening
- H.C. Cusell
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake dienstregeling openbaar vervoer door het stadsgewest Haaglanden
In deze zaak heeft de president van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 17 augustus 2001 uitspraak gedaan op een verzoek om voorlopige voorziening van verzoekster A, die bezwaar had gemaakt tegen de vastgestelde dienstregeling 2001/2002 van het stadsgewest Haaglanden. De procedure begon met een besluit van verweerder, het Dagelijks Bestuur van het Stadsgewest Haaglanden, op 20 juni 2001, waarin de nieuwe dienstregeling werd vastgesteld. Verzoekster maakte bezwaar tegen dit besluit en vroeg om een voorlopige voorziening, omdat zij vreesde dat de wijzigingen in de tramlijnen haar directe toegang tot het ziekenhuis Antoniushove zouden bemoeilijken.
De president heeft de zaak behandeld op 14 augustus 2001, waarbij verzoekster werd bijgestaan door B. De president heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de voorgestelde wijzigingen in de tramlijnen en de impact daarvan op de bereikbaarheid van het ziekenhuis voor mensen die slecht ter been zijn. De president concludeerde dat, hoewel de wijziging van de route van tramlijn 2 de directe verbinding met het ziekenhuis zou wegnemen, er alternatieve verbindingen beschikbaar waren via tramlijn 6.
Uiteindelijk oordeelde de president dat de belangen van verzoekster niet zodanig waren dat een voorlopige voorziening noodzakelijk was. De president wees het verzoek om voorlopige voorziening af, met de overweging dat de nieuwe dienstregeling niet onrechtmatig was en dat de bereikbaarheid van het ziekenhuis voor de meeste reizigers niet onaanvaardbaar zou worden verstoord. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier, mr A.J. Medze, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde dag.