ECLI:NL:CBB:2001:AD1267
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.E. Doolaard
- R.P.H. Rozenbrand
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van bezwaarschrift tegen besluit inzake EG-steunverlening akkerbouwgewassen
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 22 augustus 2001 uitspraak gedaan over de niet-ontvankelijkheid van een bezwaarschrift van appellante A, die in beroep ging tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Appellante had op 9 april 1999 een aanvraag ingediend voor steun op basis van de Regeling EG-steunverlening akkerbouwgewassen. Na goedkeuring van haar aanvraag op 9 november 1999, ontving zij op 8 mei 2000 een beslissing op haar bezwaar, waarin werd gesteld dat haar bezwaar niet-ontvankelijk was omdat het te laat was ingediend. Appellante stelde dat zij niet op de hoogte was van de termijnoverschrijding, omdat de communicatie van de uitvoeringsorganisatie LASER niet duidelijk was.
Het College heeft vastgesteld dat het bezwaarschrift van appellante inderdaad na de wettelijke termijn van zes weken was ingediend. De wetgeving, met name artikel 6:7 en 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), stelt dat een bezwaarschrift tijdig moet worden ingediend, tenzij er sprake is van verschoonbare termijnoverschrijding. Het College oordeelde dat appellante, gezien haar ervaring met de regeling, had moeten begrijpen dat de goedkeuring van haar aanvraag niet automatisch leidde tot de toekenning van de gevraagde subsidie. De eerdere ervaringen van appellante met de regeling maakten het zelfs waarschijnlijker dat zij de inhoud van het besluit correct had moeten interpreteren.
Daarom concludeerde het College dat er geen sprake was van een verschoonbare termijnoverschrijding en dat verweerder terecht het bezwaar van appellante niet-ontvankelijk had verklaard. Het beroep van appellante werd ongegrond verklaard, en er werden geen proceskosten aan de zijde van appellante toegewezen. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldige lezing van officiële besluiten door aanvragers van subsidies en de noodzaak om tijdig bezwaar te maken.