ECLI:NL:CBB:2001:AB6579
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- C.M. Wolters
- J.A. Hagen
- H.A.A.G. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing schadevergoeding op grond van de Plantenziektenwet na besmetting met Thrips palmi Karny
In deze zaak hebben appellanten, bestaande uit A, B, C, D, E, F en G, beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Dit besluit, genomen op 26 juli 1999, betrof de afwijzing van hun verzoek om schadevergoeding op basis van artikel 4 van de Plantenziektenwet (Pzw) na besmetting met de Thrips palmi Karny. De appellanten stelden dat de besmetting het gevolg was van de import van snijbloemen uit Zuidoost-Azië, en dat het ministerie onvoldoende maatregelen had genomen om de verspreiding van deze plaag tegen te gaan. Het ministerie had echter al sinds 1987 kennis van de besmetting en had in eerdere besluiten, waaronder een besluit van 29 maart 1994, de verzoeken van de appellanten om schadevergoeding afgewezen.
De procedure begon op 3 september 1999 met de indiening van een beroepschrift door de appellanten. Tijdens de zitting op 22 mei 2001 hebben de partijen hun standpunten toegelicht. De appellanten voerden aan dat er nieuwe feiten waren die een herziening van de eerdere besluiten rechtvaardigden, maar het College oordeelde dat deze feiten niet nieuw waren en dat de eerdere besluiten nog steeds geldig waren. Het College concludeerde dat de besmetting met Thrips palmi Karny niet kon worden toegeschreven aan de veilingprocedures, maar eerder aan de import van besmet plantmateriaal.
Uiteindelijk oordeelde het College dat het ministerie terecht had besloten om de aanvragen van de appellanten af te wijzen, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een ander oordeel rechtvaardigden. De besluiten van 29 maart 1994 bleven onherroepelijk en de appellanten kregen geen schadevergoeding. De uitspraak werd gedaan door de rechters C.M. Wolters, J.A. Hagen en H.A.A.G. Vermeulen, met mr drs M.S. Hoppener als griffier, en werd openbaar uitgesproken op 24 juli 2001.