ECLI:NL:CBB:2001:AB5006
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- D. Roemers
- H.G. Lubberdink
- M.A. van der Ham
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen beslissing rechter-commissaris inzake beperkte kennisneming stukken door de Nma
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 3 augustus 2001 uitspraak gedaan in het beroep van appellant A tegen de beslissing van de rechter-commissaris van de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, gedateerd 26 juni 2001. De zaak betreft een beroep dat appellant heeft ingesteld tegen een eerdere beslissing van de Nederlandse Mededelingenautoriteit (Nma) van 10 november 1999, waarbij beperkte kennisneming van bepaalde stukken werd toegestaan op grond van artikel 8:29, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechter-commissaris had in zijn beslissing geoordeeld dat de beperkte kennisneming gerechtvaardigd was, wat appellant in zijn beroep aanvecht. Het College heeft in zijn beoordeling gekeken naar de relevante wetgeving, met name artikel 20 van de Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie (Wbb), dat de mogelijkheid biedt voor hoger beroep tegen uitspraken van de rechtbank. Het College concludeert dat tegen de beslissing van de rechter-commissaris, genomen op basis van artikel 8:29 van de Awb, thans geen hoger beroep openstaat.
Uiteindelijk heeft het College het beroep van appellant niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat de zaak niet verder in behandeling wordt genomen. Dit besluit is genomen in het kader van de geldende wetgeving en de specifieke omstandigheden van de zaak. De uitspraak is openbaar gedaan en de griffier, mr. F.W. du Marchie Sarvaas, was aanwezig bij de uitspraak.