ECLI:NL:CBB:2001:AB3017
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Voorlopige voorziening
- B. Verwayen
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening tegen vergunning voor speelautomatenhal in Bussum
In deze zaak heeft de president van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 13 juli 2001 uitspraak gedaan op een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker, A, heeft bezwaar gemaakt tegen een besluit van de burgemeester van Bussum, die op 25 april 2001 een vergunning heeft verleend aan C voor het houden van een speelautomatenhal aan het adres E te Bussum. Verzoeker heeft op 29 juni 2001 de president verzocht om dit besluit te schorsen. De president heeft het verzoek behandeld in samenhang met andere zaken (AWB 01/401 en AWB 01/435) en op 5 juli 2001 een zitting gehouden waar partijen hun standpunten hebben toegelicht.
De president heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de nabijheid van verzoeker tot de speelautomatenhal en de eerdere functie van het pand als nachtclub. De president heeft artikel 8:2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 30c van de Wet op de kansspelen in zijn beoordeling betrokken. Hij heeft vastgesteld dat de vergunning is verleend in overeenstemming met de gemeentelijke verordening en dat er geen ernstige twijfels zijn over de rechtmatigheid van de verordening.
Uiteindelijk heeft de president geoordeeld dat het verzoek om voorlopige voorziening moet worden afgewezen, omdat er geen spoedeisend belang is aangetoond en de vergunning conform de geldende regels is verleend. De president heeft geen aanleiding gezien om een van de partijen in de proceskosten te veroordelen. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 13 juli 2001.