ECLI:NL:CBB:2001:AB3014
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.G. Lubberdink
- M.J. Kuiper
- C.J. Borman
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit exporteur en restitutie landbouwproducten
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 18 juli 2001 uitspraak gedaan in een geschil tussen appellante, een vennootschap naar Hongaars recht, en het Productschap Vee en Vlees. Appellante had beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder, waarin deze weigerde appellante als exporteur en gerechtigde op exportrestitutie aan te merken. De procedure begon op 20 april 1999, toen appellante een beroepschrift indiende tegen het besluit van 15 april 1999, waarin verweerder op het bezwaar van appellante had beslist. De kern van het geschil draaide om de vraag of appellante recht had op restitutie van de export van rundvlees, waarvoor zij stelde dat zij feitelijk als exporteur had opgetreden, ondanks dat de uitvoercertificaten op naam van een derde, C, stonden.
Het College overwoog dat de regelgeving omtrent restitutie duidelijk was en dat alleen degene die op de formulieren als exporteur was aangeduid, aanspraak kon maken op de restitutie. Appellante had betoogd dat zij feitelijk de uitvoer had verzorgd en dat de vermelding van C op de formulieren niet correct was. Het College oordeelde echter dat de formulieren L en COM 7, die door C waren ingediend, niet anders konden worden geïnterpreteerd dan als aanvragen voor restitutie door C. De regelgeving bood geen ruimte voor beleidsvrijheid of afwijkingen van de vastgestelde procedures. Het College concludeerde dat verweerder niet verplicht was om restitutie uit te betalen aan appellante, aangezien zij niet als exporteur op de relevante documenten was vermeld.
De uitspraak van het College bevestigde dat het beroep ongegrond was, en dat appellante niet gerechtigd was tot de gevraagde restitutie. De beslissing werd genomen zonder proceskostenveroordeling, aangezien er geen termen aanwezig waren voor een dergelijke veroordeling. Deze uitspraak benadrukt het belang van correcte documentatie en de strikte naleving van de regelgeving in het kader van export en restitutie van landbouwproducten.