ECLI:NL:CBB:2001:AB2538
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- D. Roemers
- C.J. Borman
- W.E. Doolaard
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit Hoofdproductschap Akkerbouw inzake contributieaftrek
In deze zaak heeft appellante, A, beroep ingesteld tegen een besluit van het Hoofdproductschap Akkerbouw, dat op 28 maart 2000 was genomen. Het geschil betreft de vraag of appellante recht heeft op een aftrek van de heffing op basis van de Verordening HPA Financieringsheffing teeltaangelegenheden 1997. Appellante heeft gesteld dat zij en haar echtgenoot, C, gezamenlijk een landbouwbedrijf drijven, maar verweerder heeft geoordeeld dat appellante geen recht heeft op contributieaftrek omdat zij geen lid is van een ondernemersorganisatie en er geen contributie is betaald in de zin van de verordening.
De procedure begon op 20 april 2000 met de indiening van het beroepschrift. Na verschillende schriftelijke uitwisselingen, waaronder een verweerschrift en conclusies van repliek en dupliek, vond op 11 april 2001 een zitting plaats. Appellante was niet verschenen, maar verweerder heeft zijn standpunt toegelicht. De beoordeling van het College richtte zich op de vraag of appellante als ondernemer kan worden aangemerkt en of zij recht heeft op de gevraagde aftrek.
Het College heeft vastgesteld dat appellante op het landbouwtellingformulier 1999 slechts zichzelf als bedrijfshoofd heeft opgegeven, terwijl haar echtgenoot als degene bij wie de dagelijkse leiding berust werd vermeld. Dit leidde tot de conclusie dat appellante als enige ondernemer werd aangemerkt voor de heffing. Aangezien zij geen contributie heeft betaald, kon zij geen aanspraak maken op aftrek. Het beroep werd ongegrond verklaard, en het College oordeelde dat er geen termen waren voor een proceskostenveroordeling.