ECLI:NL:CBB:2001:AB2523
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Cassatie
- D. Roemers
- H.G. Lubberdink
- M.J. Kuiper
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen facturen van de Gezondheidsdienst voor Dieren
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven, gedateerd 4 juli 2001, wordt de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar van appellante tegen facturen van de Gezondheidsdienst voor Dieren beoordeeld. Appellante, een veehouder, had bezwaar gemaakt tegen twee facturen die betrekking hadden op de kosten van IBR-vaccinaties die door haar dierenarts waren uitgevoerd. De Gezondheidsdienst voor Dieren had deze kosten aan appellante in rekening gebracht, maar appellante betwistte de verplichting tot betaling.
De procedure begon op 28 januari 2000 met de indiening van een beroepschrift door appellante, waarin zij het besluit van verweerder aanvocht dat haar bezwaar tegen de facturen niet-ontvankelijk verklaarde. De gronden van het beroep werden op 23 februari 2000 ingediend, en verweerder diende op 23 mei 2000 een verweerschrift in. De zitting vond plaats op 11 april 2001, waarbij appellante niet aanwezig was.
Het College concludeert dat het bezwaar van appellante niet ontvankelijk is, omdat de handeling van de Gezondheidsdienst voor Dieren niet kan worden aangemerkt als een besluit van het Productschap Vee en Vlees. De Gezondheidsdienst is niet bevoegd om namens het Productschap besluiten te nemen die betrekking hebben op de facturering van vaccinatiekosten. De relevante wetgeving, waaronder de Algemene wet bestuursrecht, biedt geen basis voor het opleggen van de retributies door de Gezondheidsdienst. Het College verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de beslissing van verweerder.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor een duidelijke publiekrechtelijke grondslag voor het opleggen van kosten en de rol van de betrokken bestuursorganen in dergelijke procedures. De uitspraak is van belang voor de rechtsverhouding tussen veehouders en de Gezondheidsdienst voor Dieren, en voor de toepassing van de Algemene wet bestuursrecht in vergelijkbare gevallen.