ECLI:NL:CBB:2001:AB2518
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen korting op tegemoetkoming bij schade door klassieke varkenspest
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 3 juli 2001 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen appellant A, vertegenwoordigd door drs. H.P.W. Havens, en de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Appellant had beroep ingesteld tegen een besluit van de minister, waarbij een korting van 35% op de tegemoetkoming in de schade werd opgelegd vanwege het niet tijdig melden van varkenstransporten. De procedure begon op 10 maart 1998, toen appellant zijn beroepschrift indiende tegen het besluit van 10 februari 1998. Na een schriftelijke uitwisseling van standpunten, besloot het College dat een zitting niet nodig was.
De feiten van de zaak zijn als volgt: op het bedrijf van appellant werd klassieke varkenspest vastgesteld, wat leidde tot de ruiming van zijn varkensstapel. De waarde van de varkens werd getaxeerd op fl. 201.126,06, en de minister kende een schadevergoeding van fl. 130.731,94 toe, met een korting van 35% vanwege meerdere overtredingen van de meldingsplicht. Appellant maakte bezwaar tegen deze korting, stellende dat het een administratieve boete was en dat zijn rechten onder het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) niet waren gerespecteerd.
Het College oordeelde dat de korting niet als een sanctie kan worden beschouwd en dat er geen sprake was van een 'criminal charge' in de zin van artikel 6 EVRM. Het College benadrukte het belang van het naleven van de meldingsplicht voor de bestrijding van besmettelijke ziekten en oordeelde dat de opgelegde korting niet onevenredig was. De argumenten van appellant over het gelijkheidsbeginsel en de rechtswaarborgen werden verworpen. Het College concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat er geen termen waren voor een proceskostenveroordeling.