ECLI:NL:CBB:2001:AB2516
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen korting op tegemoetkoming bij schade door klassieke varkenspest
In deze zaak heeft appellante, A, beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, waarbij een korting van 35% op de tegemoetkoming in de schade werd opgelegd vanwege het niet tijdig melden van varkens. De procedure begon op 3 april 1998, na het vaststellen van klassieke varkenspest op het bedrijf van appellante. De totale waarde van de varkensstapel werd getaxeerd op fl. 278.586,84, waarna de varkens zijn gedood. De minister kende een tegemoetkoming van fl. 181.081,45 toe, maar legde een korting op vanwege overtredingen van de meldingsplicht. Appellante maakte bezwaar tegen deze korting, stellende dat deze een administratieve boete is en in strijd met het evenredigheidsbeginsel.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde dat de opgelegde korting niet kan worden beschouwd als een leed toevoegende sanctie en dus geen 'criminal charge' in de zin van artikel 6 van het EVRM met zich meebrengt. Het College benadrukte het belang van het naleven van de meldingsplicht voor de bestrijding van besmettelijke ziekten zoals varkenspest. De argumenten van appellante dat de korting onevenredig was en dat de belangen niet goed waren afgewogen, werden verworpen. Het College concludeerde dat de korting niet onevenredig was en dat de procedure correct was verlopen. Het beroep van appellante werd ongegrond verklaard, zonder dat er termen waren voor een proceskostenveroordeling.