ECLI:NL:CBB:2001:AB2515
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen korting op tegemoetkoming bij schade door klassieke varkenspest
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 3 juli 2001 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant A, die bezwaar maakte tegen een besluit van de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Appellant had een beroepschrift ingediend tegen een besluit van 2 maart 1998, waarbij hem een korting van 35% op de tegemoetkoming in de schade was opgelegd na de vaststelling van klassieke varkenspest op zijn bedrijf. De korting was gebaseerd op het niet tijdig melden van de aanvoer van varkens, wat in strijd was met de verplichtingen uit de Verordening inzake identificatie en registratie van varkens.
De procedure begon op 6 april 1998 met de indiening van het beroepschrift. Na een schriftelijke uitwisseling van standpunten, besloot het College om het onderzoek ter zitting achterwege te laten. Appellant voerde aan dat de korting een administratieve boete was en dat dit in strijd was met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Hij betoogde dat de korting niet in verhouding stond tot de overtredingen en dat de wetgever niet de bevoegdheid had om dergelijke kortingen op te leggen.
Het College oordeelde dat de opgelegde korting niet als een sanctie kon worden beschouwd en dat er geen sprake was van een 'criminal charge' in de zin van het EVRM. Het College benadrukte het belang van het naleven van de meldingsplicht voor de bestrijding van besmettelijke ziekten zoals varkenspest. De beslissing van de minister werd in stand gehouden, en het beroep van appellant werd ongegrond verklaard. Het College achtte geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling.