ECLI:NL:CBB:2001:AB2502
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen korting op tegemoetkoming bij schade door klassieke varkenspest
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 3 juli 2001 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen appellant A, een varkenshouder, en de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Appellant had beroep ingesteld tegen een besluit van de minister, waarbij een korting van 35% op de tegemoetkoming in de schade was opgelegd vanwege het niet melden van de aanvoer van varkens. De procedure begon op 19 augustus 1998, toen appellant een beroepschrift indiende tegen het besluit van 9 juli 1998. Na een schriftelijke uitwisseling van standpunten, besloot het College dat een zitting niet nodig was.
De kern van het geschil was of de opgelegde korting als een sanctie moest worden beschouwd, wat zou impliceren dat de rechtswaarborgen van artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) van toepassing zouden zijn. Het College oordeelde dat de korting niet als een leed toevoegende sanctie kon worden gezien en dat er geen sprake was van een 'criminal charge' in de zin van het EVRM. Het College benadrukte het belang van het naleven van de meldingsplicht in de varkenshouderij, vooral gezien de besmettelijkheid van het varkenspestvirus.
Appellant voerde aan dat de korting onevenredig was en dat deze in strijd was met het evenredigheidsbeginsel en het gelijkheidsbeginsel. Hij betoogde dat de korting niet afhankelijk was van de individuele omstandigheden van de overtreder. Het College verwierp deze argumenten en stelde dat de korting in het belang van de volksgezondheid en de bestrijding van besmettelijke ziekten noodzakelijk was. Het College concludeerde dat de nadelige gevolgen van de korting voor appellant niet onevenredig waren in verhouding tot de doelen die met het kortingenstelsel werden gediend.
Uiteindelijk verklaarde het College het beroep van appellant ongegrond, zonder termen voor proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt de noodzaak van strikte naleving van regelgeving in de agrarische sector ter bescherming van de volksgezondheid.