ECLI:NL:CBB:2001:AB2489

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
23 mei 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
AWB 01/285
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • R.R. Winter
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening inzake vergunning voor behendigheidsautomaat

In deze zaak heeft de president van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 23 mei 2001 uitspraak gedaan op een verzoek om voorlopige voorziening. Het verzoeker, Afhaalcentrum You Yi, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de Burgemeester van Leeuwarden, die op 27 februari 2001 een vergunning had verleend voor het aanwezig hebben van één behendigheidsautomaat. Deze vergunning was onderworpen aan bepaalde voorwaarden, waaronder de geldigheidsduur van de vergunning van 27 februari 2001 tot en met 31 december 2001 en de eis dat de behendigheidsautomaat in eigendom moest zijn van personen met de juiste vergunning.

Tegen het besluit van de burgemeester heeft verzoeker op 22 maart 2001 bezwaar gemaakt. In afwachting van de beslissing op dit bezwaar heeft verzoeker op 13 april 2001 een verzoekschrift ingediend bij de president van het College van Beroep voor het bedrijfsleven, met het verzoek om het besluit van de burgemeester te schorsen. De president heeft echter geconstateerd dat het griffierecht voor de behandeling van het verzoek om voorlopige voorziening niet tijdig was voldaan. Dit griffierecht is op 19 april 2001 door de president onder de aandacht van verzoeker gebracht, met de mededeling dat het griffierecht binnen twee weken voldaan diende te zijn.

Aangezien het griffierecht niet tijdig was voldaan, heeft de president het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig voldoen aan proceskosten en de gevolgen van het niet voldoen aan deze verplichtingen in bestuursrechtelijke procedures.

Uitspraak

De president van het College van Beroep voor het bedrijfsleven
Nrs. AWB 01/285
29010
Uitspraak op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak van:
A, te B, verzoeker,
gemachtigde: H. Prick, werkzaam bij Horeca Adviesbureau Groningen B.V., te Groningen,
tegen
de Burgemeester van Leeuwarden, zetelend aldaar, verweerder.
1. De procedure
Bij besluit van 27 februari 2001 heeft verweerder ingevolge artikel 30 b, lid 1, van de Wet op de kansspelen, aan Afhaalcentrum You Yi vergunning verleend voor het aanwezig hebben van 1 behendigheidsautomaat en daaraan de volgende beperkingen verbonden:
"1. de verleende vergunning is geldig vanaf 27 februari 2001 tot en met
31 december 2001.
2. in genoemde inrichting mogen uitsluitend behendigheidsautomaten worden opgesteld die in eigendom toebehoren aan personen die in het bezit zijn van de in artikel 30 h, eerste lid, van de Wet op de kansspelen bedoelde vergunning."
Tegen dit besluit heeft verzoeker bij brief van 22 maart 2001 bezwaar gemaakt bij verweerder.
Bij een op 13 april 2001 - door tussenkomst van de Arrondissementsrechtbank te Leeuwarden - ter griffie ingekomen verzoekschrift heeft verzoeker in afwachting van de beslissing op bezwaar de president gevraagd bij wege van voorlopige voorziening het besluit van verweerder van 27 februari 2001 te schorsen.
Ingevolge het bepaalde bij artikel 8:82, tweede lid, juncto artikel 8:41, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) wordt voor de behandeling van het verzoek om voorlopige voorziening een griffierecht geheven en wordt het verzoek bij niet tijdige betaling niet-ontvankelijk verklaard.
Bij brief van 19 april 2001 is namens de president ingevolge artikel 8:82, tweede lid, Awb meegedeeld dat het griffierecht binnen twee weken voldaan dient te zijn. Daarbij is verzoeker gewezen op de gevolgen van niet tijdige voldoening.
Het griffierecht is op bedoeld tijdstip niet voldaan. Derhalve moet het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk worden verklaard.
2. De beslissing
De president verklaart het verzoek niet-ontvankelijk.
Aldus gegeven door mr R.R. Winter, president, in tegenwoordigheid van S.F.E. Raeven, als griffier, en uitgesproken in het openbaar op
w.g. R.R. Winter w.g. S.F.E. Raeven