ECLI:NL:CBB:2001:AB2130
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.G. Lubberdink
- M.J. Kuiper
- W.E. Doolaard
- Rechtspraak.nl
Wijziging van steunaanvraag na uiterste indieningsdatum en erkenning van klaarblijkelijke fouten
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 6 juni 2001 uitspraak gedaan in een geschil tussen appellant, vertegenwoordigd door mr. ir J.L. Mieras, en de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, vertegenwoordigd door mr. J.A. Diephuis. Het geschil betreft de mogelijkheid om een steunaanvraag te wijzigen na de uiterste indieningsdatum, in het licht van een door de bevoegde instantie erkende klaarblijkelijke fout. Appellant had op 10 mei 1999 een aanvraag ingediend voor steun op basis van de Regeling EG-steunverlening akkerbouwgewassen, maar stelde later dat hij abusievelijk een verkeerde bijdragecode had gebruikt, wat leidde tot een misgelopen bedrag van f 10.925,33. De Minister weigerde de aanvraag te wijzigen, omdat er volgens hem geen sprake was van een duidelijke fout.
Het College heeft de procedure en de argumenten van beide partijen zorgvuldig overwogen. Het College concludeert dat de Minister zich op goede gronden op het standpunt heeft gesteld dat de aanvraag niet gewijzigd kon worden, omdat er geen duidelijke fouten in de aanvraag waren aangetoond. De Europese regelgeving staat wijziging van aanvragen na de uiterste indieningsdatum alleen toe in geval van klaarblijkelijke fouten, en het College oordeelt dat de door appellant aangevoerde argumenten niet voldoende zijn om aan te nemen dat er sprake was van een dergelijke fout. Het College wijst erop dat de aanvraag consistent en logisch was ingevuld, en dat de Minister niet verplicht was om de motieven van de aanvrager verder te onderzoeken.
Uiteindelijk heeft het College het beroep van appellant ongegrond verklaard, en geen termen aanwezig geacht voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt de strikte voorwaarden waaronder wijzigingen in steunaanvragen kunnen worden toegestaan, en bevestigt de verantwoordelijkheid van de aanvrager voor de juistheid van zijn aanvraag.