ECLI:NL:CBB:2001:AB2098
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.J. Kuiper
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit registratie tijdelijke overdracht melkquotum
In deze zaak hebben appellanten A, B en C beroep ingesteld tegen een besluit van het Productschap Zuivel, waarin de registratie van een tijdelijke overdracht van een melkquotum werd geweigerd. De procedure begon op 8 maart 2000, toen appellanten een beroepschrift indienden tegen het besluit van 29 februari 2000, waarin hun bezwaren tegen de registratie werden afgewezen. De kern van het geschil draait om de vraag of de ontbinding van de tijdelijke overdracht, die na de uiterste datum van 31 december 1999 werd ingediend, door verweerder in behandeling kon worden genomen.
Tijdens de zitting op 19 april 2001 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Appellanten stelden dat de ontbinding van de overeenkomst tot tijdelijke overdracht van het melkquotum niet correct was behandeld door verweerder, omdat deze niet vóór de deadline was ingediend. Verweerder verdedigde zijn standpunt door te stellen dat de Europese regelgeving geen ruimte biedt voor het registreren van ontbindingen na de gestelde termijn.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de ontbinding van de overeenkomst niet tijdig was ingediend. Het College oordeelde dat de registratie van de tijdelijke overdracht correct was uitgevoerd en dat verweerder geen mogelijkheden had om de ontbinding na de deadline te accepteren. De appellanten konden zich niet beroepen op het gelijkheidsbeginsel, omdat hun situatie niet vergelijkbaar was met andere gevallen die door verweerder waren behandeld.
Uiteindelijk heeft het College het beroep ongegrond verklaard, waarmee de beslissing van het Productschap Zuivel werd bevestigd. De uitspraak werd gedaan door mr. M.J. Kuiper, in tegenwoordigheid van mr. F.W. du Marchie Sarvaas, als griffier, en werd openbaar uitgesproken op 31 mei 2001.