ECLI:NL:CBB:2001:AB1822
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- C.M. Wolters
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen vergunningverlening voor biotechnologisch onderzoek aan de Erasmus Universiteit Rotterdam
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 22 mei 2001 uitspraak gedaan over het beroep van H. Verhage, handelend onder de naam Instituut Psychosofia, tegen de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Het beroep was gericht tegen een besluit van 6 juli 2000, waarbij de Erasmus Universiteit Rotterdam een vergunning werd verleend voor biotechnologisch onderzoek. De appellante stelde dat zij als belanghebbende moest worden aangemerkt, omdat het besluit invloed had op de volksgezondheid en haar werkzaamheden als therapeut. De minister verweerde zich door te stellen dat appellante geen rechtstreeks belang had bij het besluit, aangezien het haar niet belemmerde in haar beroepsuitoefening.
Het College heeft de ontvankelijkheid van het beroep beoordeeld aan de hand van de relevante wetgeving, waaronder de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (Gwd) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het College concludeerde dat appellante niet als belanghebbende kon worden aangemerkt, omdat er geen direct verband bestond tussen haar belangen en het besluit van de minister. De stelling van appellante dat iedere burger belang heeft bij een goede gezondheid werd niet gevolgd, aangezien de wet een beperkte kring van beroepsgerechtigden voorschrijft. Het College verklaarde het beroep niet-ontvankelijk, zonder termen voor proceskostenveroordeling.
De uitspraak benadrukt de noodzaak van een direct en onlosmakelijk verband tussen het belang van de appellant en het besluit waartegen beroep wordt ingesteld. Het College heeft de zaak behandeld op 10 mei 2001, waarbij de standpunten van beide partijen zijn toegelicht. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 22 mei 2001.