ECLI:NL:CBB:2001:AB1652
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.A. van der Ham
- A. Bruining
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag premie voor ooien op basis van de Regeling dierlijke EG-premies
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 3 mei 2001 uitspraak gedaan in een geschil tussen appellant A, vertegenwoordigd door mr. H.H.G. Theunissen, en de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, vertegenwoordigd door mr. M.T. Veldhuizen. Appellant had een aanvraag ingediend voor een premie op basis van de Regeling dierlijke EG-premies voor 95 ooien. De aanvraag werd echter afgewezen omdat appellant niet voldeed aan de voorwaarden van de Regeling, specifiek de verplichting om het aantal aangevraagde ooien gedurende de aanhoudperiode aan te houden. Appellant had 25 ooien verkocht, wat resulteerde in een verschil van meer dan 20% tussen het opgegeven en het geconstateerde aantal ooien. Dit verschil leidde tot de conclusie dat appellant niet in aanmerking kwam voor de gevraagde premie, zoals bepaald in artikel 10 van Verordening (EEG) nr. 3887/92.
De procedure begon op 27 april 2000 met de indiening van het beroepschrift tegen het besluit van de Minister van 16 maart 2000, waarin het bezwaar van appellant tegen de afwijzing van zijn aanvraag werd behandeld. Tijdens de zitting op 22 maart 2001 was appellant niet aanwezig, maar zijn gemachtigde heeft het standpunt van appellant toegelicht. Appellant betoogde dat hij tijdig had gemeld dat het aantal ooien was verminderd en dat de controle op de naleving van de Regeling minimaal was, waardoor hij geen risico liep om de vermindering niet te melden. Het College oordeelde echter dat de afwijzing van de aanvraag terecht was, omdat appellant niet voldeed aan de voorwaarden van de Regeling.
Het College concludeerde dat de grieven van appellant niet ter zake deden, aangezien de Minister op basis van het dwingende communautaire recht geen andere beslissing kon nemen. Het beroep van appellant werd ongegrond verklaard, en er werden geen proceskosten aan de zijde van appellant toegewezen. De uitspraak benadrukt de strikte naleving van de voorwaarden voor het verkrijgen van premies onder de Regeling en de gevolgen van het niet naleven daarvan.