ECLI:NL:CBB:2001:AB1651
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.A. van der Ham
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit Minister van Landbouw inzake aanvraag oppervlakten 1999
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 3 mei 2001 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Maatschap A en B en de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. De appellante, vertegenwoordigd door J.M.A. Suijkerbuijk, had beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister, dat op 28 juni 2000 was verzonden. Dit besluit betrof de afhandeling van een bezwaar dat appellante had gemaakt tegen de beslissing op haar aanvraag voor akkerbouwsubsidie in het kader van de Regeling EG-steunverlening akkerbouwgewassen. De Minister had op 22 augustus 2000 een verweerschrift ingediend, waarna op 22 maart 2001 een zitting plaatsvond waar beide partijen hun standpunten toelichtten.
De kern van het geschil draaide om de vraag of appellante een duidelijke fout had gemaakt in haar aanvraag voor subsidie. Appellante had een aanvraag ingediend voor de vereenvoudigde regeling, terwijl zij in werkelijkheid een aanvraag voor een braakgelegd perceel had willen indienen onder de algemene regeling. De Minister stelde dat de door appellante gestelde fout niet kon worden aangemerkt als een manifeste fout die aanleiding had moeten geven tot wijziging van de aanvraag. Het College oordeelde dat er geen sprake was van een klaarblijkelijke fout, omdat de aanvraag geen duidelijke onjuistheden of tegenstrijdigheden vertoonde. De aanvraag was correct ingediend volgens de vereenvoudigde regeling, en de Minister had terecht geweigerd om de aanvraag te wijzigen na de uiterste indieningsdatum.
Het College verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. M.A. van der Ham, in tegenwoordigheid van griffier mr. A. Bruining, en werd openbaar uitgesproken op 3 mei 2001.