ECLI:NL:CBB:2001:AB1643
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.J. Kuiper
- M.A. van der Ham
- W.E. Doolaard
- Rechtspraak.nl
Toekenning van dierlijke EG-premies en de status van producenten in de veeteelt
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 18 april 2001 uitspraak gedaan in het geschil tussen appellant A, een veeteeltbedrijf, en de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Appellant had beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister, waarin zijn aanvraag voor een premie op grond van de Regeling dierlijke EG-premies over het jaar 1998 was afgewezen. De procedure begon op 10 september 1999, toen appellant een beroepschrift indiende tegen het besluit van 28 juli 1999, waarin zijn bezwaar tegen de afwijzing van de premieaanvraag werd behandeld. De Minister had in zijn besluit van 16 december 1998 geconcludeerd dat appellant en de maatschap, waarin hij samen met zijn moeder opereerde, feitelijk één bedrijf vormden, wat leidde tot de afwijzing van de aanvraag.
De Regeling dierlijke EG-premies is bedoeld voor producenten die onder bepaalde voorwaarden stieren houden. De kern van het geschil was of appellant als afzonderlijke producent kon worden aangemerkt, gezien de nauwe verwevenheid van zijn bedrijf met dat van de maatschap. Appellant voerde aan dat hij een apart bedrijf voerde, met eigen boekhouding en een gescheiden bedrijfsvoering. Echter, het College oordeelde dat de bedrijven op hetzelfde adres gevestigd waren en dat de bedrijfsactiviteiten zodanig verweven waren dat er in feite sprake was van één producent. Het College concludeerde dat de Minister terecht had geoordeeld dat appellant niet als afzonderlijke producent kon worden aangemerkt en dat de aanvraag om premie daarom terecht was afgewezen.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor duidelijkheid in de bedrijfsstructuur en de voorwaarden waaronder producenten in de veeteeltpremies kunnen worden aangemerkt. Het College verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is van belang voor de interpretatie van de Regeling en de criteria voor de toekenning van premies aan veeteeltbedrijven.