ECLI:NL:CBB:2001:AB1521
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- B. Verwayen
- J.A. Hagen
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Tuchtprocedure tegen accountant-administratieconsulent wegens schending van onafhankelijkheid en onpartijdigheid
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan op 12 april 2001 in een tuchtprocedure tegen A, een accountant-administratieconsulent. De procedure is gestart naar aanleiding van een klacht die op 9 augustus 1998 door C is ingediend bij de raad van tucht voor registeraccountants. De raad van tucht heeft op 20 september 1999 een beslissing genomen, waartegen A in beroep is gegaan. De klacht was gegrond verklaard en A werd geschorst voor drie weken. A heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld, waarbij hij stelde dat de raad van tucht niet had vastgesteld dat hij in strijd met de Gedrags- en Beroepsregels Accountants-Administratieconsulenten (GBAA) had gehandeld.
Het College heeft de feiten zoals vastgesteld door de raad van tucht als uitgangspunt genomen, aangezien hiertegen geen grieven zijn ingediend. De klacht betrof met name de onafhankelijkheid van A in zijn rol als accountant-administratieconsulent. Het College heeft vastgesteld dat A geen feitelijk of statutair bestuurder was van de assurantiemaatschappij en dat hij geen belangenverstrengeling had gewekt. De omstandigheden dat zijn kantoor en de assurantiemaatschappij in hetzelfde gebouw waren gevestigd, rechtvaardigden niet de conclusie dat er sprake was van een belangenconflict.
Het College heeft het beroep gegrond verklaard en de bestreden tuchtbeslissing vernietigd, voor zover deze betrekking had op de schending van artikel 27 GBAA. De maatregel van schorsing is verlaagd naar één week, met inachtneming van de ernst van de overtredingen en het niet correcte gedrag van A tijdens de procedure. De uitspraak is gebaseerd op de relevante artikelen van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten en de GBAA.