5. De beoordeling van het geschil
5.1 Gelet op het bepaalde in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb)
juncto artikel 19, eerste lid, van de Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie kan,
hangende de beslissing op bezwaar en indien van de beslissing daarop beroep bij het College
openstaat, de president van het College op verzoek een voorlopige voorziening treffen,
indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, zulks vereist.
5.2 Naar voorlopig oordeel van de president hebben verzoeksters met hun faxbericht van
28 maart 2001 aan verweerder beoogd voor zichzelf en als groep ontheffing als bedoeld in
artikel 107, eerste lid, van de Wet te vragen van het in artikel 1, tweede lid, van de Regeling
neergelegde verbod. In zoverre kan het faxbericht van 28 maart 2001 worden geduid als een
aanvraag tot het nemen van een beschikking in de zin van de Awb.
Hiervan uitgaande was, ten tijde van het indienen van het bezwaarschrift op 4 april 2001,
naar voorlopig oordeel sprake van het niet tijdig nemen van een besluit op het verzoek om
ontheffing. Weliswaar is de periode van de indiening van het verzoek tot het maken van
bezwaar kort, maar onder omstandigheden als hier aan de orde en gezien de grote en
urgente belangen die op het spel staan, is snel reageren van de zijde van verweerder vereist.
Gelet hierop is de president voorlopig van oordeel dat ten tijde van de indiening van het
bezwaarschrift een redelijke termijn voor het nemen van een besluit op het verzoek was
verstreken.
Nu verweerder meermalen heeft benadrukt dat de Beschikking onverkort wordt nageleefd
en dat de Regeling strekt tot implementatie van deze Beschikking, was ten tijde van het
indienen van het bezwaarschrift naar voorlopig oordeel duidelijk dat verweerder het verzoek
om ontheffing zou afwijzen.
Gelet op het vorenstaande, mede in aanmerking genomen het belang van verzoeksters bij
effectieve rechtsbescherming tegen stilzitten door verweerder, acht de president in dit
bijzondere geval termen aanwezig het niet tijdig nemen van een besluit (mede) te duiden als
een fictieve afwijzing van het verzoek om ontheffing.
5.3 Naar voorlopig oordeel zijn de belangen van verzoeksters rechtstreeks betrokken bij de in
het geding zijnde fictieve afwijzing van het verzoek om ontheffing. Hierbij is in aanmerking
genomen dat A blijkens artikel 2, eerste lid, van haar statuten tot doel heeft (.). Ten
aanzien van de leden bestaat naar voorlopig oordeel voldoende grond voor het oordeel dat
zij door het thans bestreden besluit rechtstreeks in hun (bedrijfseconomische) belangen zijn
getroffen.
5.4 Naar het voorlopige oordeel van de president strekt de Beschikking er onmiskenbaar toe dat
de verspreiding van het mond- en klauwzeervirus zo effectief mogelijk wordt bestreden.
Reeds hierom ligt het niet voor de hand aan te nemen dat de Beschikking uitsluitend zou
zien op voorkoming van verspreiding naar het buitenland en niet tevens tot doel zou hebben
verspreiding naar die delen van Nederland waar tot op heden geen mond- en klauwzeer is
vastgesteld, het bijlage II-gebied, te voorkomen. De president komt te gereder tot dit
oordeel nu de Europese Commissie, blijkens de considerans onder 4 van de Beschikking,
het gevaar van verspreiding van het virus naar nog niet getroffen delen van het Nederlandse
grondgebied bij het vaststellen van de Beschikking uitdrukkelijk onder ogen heeft gezien.
Mede gelet op het vorenstaande kan er naar voorlopig oordeel geen twijfel over bestaan dat
de zinsnede "de in bijlage I genoemde delen van zijn grondgebied" in artikel 2, eerste lid,
van de Beschikking als ‚‚n geheel moet worden gelezen. Deze lezing ligt niet alleen in
grammaticaal opzicht het meest voor de hand, maar is ook het meest in overeenstemming
met de strekking van de Beschikking, te weten het voorkomen van verdere verspreiding van
het mond- en klauwzeervirus. Niet valt in te zien waarom andere landen wel zouden moeten
worden gevrijwaard van vers vlees dat, gelet op zijn afkomst, mogelijk het mond- en
klauwzeervirus met zich draagt, maar de tot op heden niet door het virus getroffen delen
van Nederland niet.