ECLI:NL:CBB:2001:AB1119
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.G. Lubberdink
- C.J. Borman
- W.E. Doolaard
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit superheffing in de melk- en zuivelsector
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 4 april 2001 uitspraak gedaan in een geschil tussen appellant, vertegenwoordigd door mr. F.W. van Dijk, en verweerder, het Productschap Zuivel, vertegenwoordigd door mr. F.G.P. Diermanse en A.P. van Houten. Het geschil betreft de ambtshalve vaststelling van de hoeveelheid melk en andere zuivelproducten die appellant in de heffingsperiodes 1995/1996 en 1996/1997 heeft geleverd, en de daaruit voortvloeiende superheffing. Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen de opgelegde superheffing, die voortvloeit uit een overschrijding van zijn gebruiksquotum. De procedure begon met de ontvangst van een beroepschrift op 15 maart 1999, waarin appellant zijn bezwaren tegen het besluit van verweerder van 2 februari 1999 uiteenzette. De kern van het geschil draait om de vraag of appellant zijn administratie op de juiste wijze heeft gevoerd en of de vastgestelde hoeveelheden melk en zuivelproducten correct zijn. Tijdens de zitting op 18 oktober 2000 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Het College heeft vastgesteld dat appellant niet heeft voldaan aan zijn boekhoudverplichtingen, wat heeft geleid tot een ambtshalve vaststelling van de geleverde hoeveelheden. Het College oordeelt dat de vaststelling niet voldoet aan de eisen van zorgvuldigheid en motivering, en verklaart het beroep gegrond. Het bestreden besluit wordt vernietigd, en verweerder moet opnieuw beslissen op de bezwaren van appellant, met inachtneming van de uitspraak. Tevens wordt verweerder veroordeeld in de proceskosten van appellant.