ECLI:NL:CBB:2001:AB0546
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.M. Wolters
- H.C. Cusell
- J.A. Hagen
- Rechtspraak.nl
Uitsluiting van transportonderneming wegens overtreding van beladingsnormen voor varkensvervoer
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 15 februari 2001 uitspraak gedaan in een geschil tussen appellante, een transportonderneming die zich richt op het vervoer van varkens, en de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Appellante had beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister, dat haar uitsloot van deelname aan het vervoer van varkens voor een periode van vier weken, wegens overtredingen van de beladingsnormen zoals vastgelegd in de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en het Besluit Dierenvervoer 1994. De zaak kwam voort uit een aantal overtredingen die door de Algemene Inspectiedienst waren vastgesteld, waarbij appellante op meerdere data de beladingsnorm had overschreden.
De procedure begon op 25 januari 1999 met de indiening van een beroepschrift door appellante tegen het besluit van 14 december 1998. De Minister had in zijn besluit aangegeven dat de overtredingen van de beladingsnormen, die waren vastgesteld op 13, 22 en 24 mei 1997, aanleiding gaven tot de uitsluiting. Appellante voerde aan dat zij niet op de hoogte was van de sancties die aan de overtredingen verbonden waren, omdat de aankondiging van het beleid pas op 15 mei 1997 was ontvangen.
Het College oordeelde dat de uitsluiting van appellante van het vervoer van varkens een rechtshandeling betrof die strekte tot de uitoefening van een publiekrechtelijke taak. Het College bevestigde dat de Minister bij het opleggen van sancties het welzijn van dieren als maatstaf hanteerde. De argumenten van appellante over de onredelijkheid van de sancties en het gebrek aan individuele beoordeling werden verworpen. Het College concludeerde dat de opgelegde maatregel van uitsluiting voor een periode van twee weken, in plaats van vier, in overeenstemming was met het gewijzigde beleid en dat de bezwaren van appellante ongegrond waren. Het beroep werd dan ook ongegrond verklaard.