ECLI:NL:CBB:2001:AB0543
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.C. Cusell
- Rechtspraak.nl
Weigering inschrijving als werkzoekende op basis van verblijfsstatus
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 1 maart 2001 uitspraak gedaan in het beroep van appellant A, die de Marokkaanse nationaliteit bezit, tegen de Regionale Directie voor de Arbeidsvoorziening Midden-Nederland. Appellant had op 17 november 1999 een beroepschrift ingediend tegen een besluit van verweerster van 6 oktober 1999, waarin zijn inschrijving als werkzoekende werd geweigerd. Verweerster had deze weigering gebaseerd op het feit dat appellant niet beschikte over een geldige vergunning tot verblijf zonder beperkingen voor het verrichten van arbeid. Tijdens de zitting op 18 januari 2001 was appellant niet aanwezig, maar zijn gemachtigde heeft het standpunt van appellant toegelicht.
De grondslag van het geschil was de toepassing van artikel 69 van de Arbeidsvoorzieningswet 1996, dat bepaalt wie recht heeft op inschrijving als werkzoekende. Het College heeft vastgesteld dat appellant ten tijde van de beslissing niet beschikte over een verblijfsdocument dat hem het recht gaf om zich als werkzoekende in te schrijven. Appellant voerde aan dat hij in 1996 een WW-uitkering had ontvangen en dat zijn verblijfsstatus op dat moment minder stabiel was dan nu. Hij betwistte ook de stelling van verweerster dat hij niet rechtmatig in Nederland verbleef.
Het College oordeelde dat de afwijzing van de inschrijving als werkzoekende terecht was, omdat appellant niet voldeed aan de vereisten van de wet. De omstandigheid dat appellant inmiddels een verblijfsvergunning had verkregen, was niet relevant voor de beoordeling van het bestreden besluit. Het College verklaarde het beroep ongegrond en achtte geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling.