ECLI:NL:CBB:2001:AB0527
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.G. Lubberdink
- M.A. van der Ham
- C.J. Borman
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen negatief advies Kamer van Koophandel inzake makelaardij
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 28 februari 2001 uitspraak gedaan in het beroep van appellant A tegen de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Centraal Gelderland. Appellant had op 2 augustus 2000 een beroepschrift ingediend tegen een besluit van de Kamer van Koophandel, dat zijn verzoek om beëdiging als makelaar in onroerende zaken kennelijk ongegrond had verklaard. Dit besluit was gebaseerd op een negatief advies van de Kamer, waarin werd gesteld dat appellant niet voldeed aan de vereisten voor vakbekwaamheid en dat zijn huidige functie als taxateur bij de Belastingdienst een juiste en onafhankelijke uitoefening van de makelaardij in de weg stond.
De procedure begon met een verzoek van appellant aan de rechtbank te Arnhem om beëdigd te worden als makelaar. De rechtbank vroeg de Kamer van Koophandel om advies, waarna een oriënterend gesprek plaatsvond. Appellant werd uitgenodigd voor een praktijkproef, maar zijn kennis van de regio bleek onvoldoende, wat leidde tot een negatief advies. Appellant maakte bezwaar tegen dit advies, maar de Kamer handhaafde haar standpunt.
Het College oordeelde dat de Kamer van Koophandel niet had voldaan aan de vereisten van de Algemene wet bestuursrecht, met name artikel 7:3, omdat appellant niet was gehoord. Het College vernietigde het bestreden besluit en bepaalde dat de Kamer opnieuw moest beslissen op het bezwaarschrift van appellant, met inachtneming van de uitspraak. Tevens werd de Kamer veroordeeld in de kosten van de procedure en moest het griffierecht aan appellant worden vergoed.