ECLI:NL:CBB:2001:AB0526
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.C. Cusell
- Rechtspraak.nl
Weigering inschrijving als werkzoekende op basis van verblijfsdocumenten
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 1 maart 2001 uitspraak gedaan in het beroep van appellant A, die de Marokkaanse nationaliteit bezit en sinds 1991 in Nederland verblijft. Appellant had een beroepschrift ingediend tegen een besluit van de Regionale Directie voor de Arbeidsvoorziening Zuidelijk Noord-Holland, waarin zijn verzoek om inschrijving als werkzoekende was afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat appellant niet beschikte over een geldige vergunning tot verblijf zonder beperkingen voor het verrichten van arbeid. Appellant had eerder een vergunning tot verblijf die geldig was tot 15 mei 1998, maar zijn verzoek om verlenging was afgewezen. Het College heeft vastgesteld dat appellant ten tijde van de procedure niet beschikte over het vereiste verblijfsdocument, zoals omschreven in artikel 69 van de Arbeidsvoorzieningswet 1996. Het College oordeelde dat de inschrijving als werkzoekende niet kon worden verleend en dat de afwijzing door de verweerster in overeenstemming was met de wet. Appellant voerde aan dat hij recht had op inschrijving, omdat hij een sticker in zijn paspoort had die arbeid toestond, maar het College oordeelde dat deze sticker niet gelijkgesteld kon worden aan een verblijfsdocument. Het College heeft ook de argumenten van appellant over discriminatie op basis van zijn vreemdelingenstatus verworpen, en concludeerde dat de afwijzing van de inschrijving als werkzoekende rechtmatig was. Het beroep van appellant werd ongegrond verklaard, en er werden geen proceskosten toegewezen.