ECLI:NL:CBB:2001:AB0310
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.M. van der Ham
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit Minister van Landbouw inzake steunverlening akkerbouwgewassen
In deze zaak heeft de Maatschap A en B, appellante, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, verweerder, dat op 21 oktober 1999 is genomen. Dit besluit, dat op 22 oktober 1999 werd verzonden, verklaarde de bezwaren van appellante tegen een eerder besluit op grond van de Regeling EG-steunverlening akkerbouwgewassen ongegrond. De procedure begon op 30 november 1999 met de indiening van het beroepschrift. Appellante heeft op 14 december 1999 de gronden voor het beroep ingediend, waarna verweerder op 11 februari 2000 een verweerschrift indiende. De zitting vond plaats op 11 januari 2001, maar appellante en haar gemachtigde waren niet aanwezig.
De kern van het geschil betreft de vraag of appellante recht had op steun voor akkerbouwgewassen, gezien de regelgeving die stelt dat voor dezelfde oppervlakte geen cumulatie van subsidies is toegestaan. Appellante had op 21 april 1998 een aanvraag ingediend voor steun, maar verweerder stelde vast dat voor dezelfde percelen ook een leveringsaangifte was gedaan in het kader van de Regeling gedroogde voedergewassen. Dit leidde tot de conclusie dat er sprake was van een dubbele aanvraag, wat in strijd is met de regelgeving.
Het College oordeelde dat het beroep van appellante op het vertrouwensbeginsel niet kon slagen, omdat niet was aangetoond dat de adviseur van verweerder op de hoogte was van de dubbele aanvragen. Ook het beroep op overmacht werd afgewezen, omdat de onteigening van een deel van het landbouwareaal niet onvoorzienbaar was op het moment van de aanvraag. Het College verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen termen waren voor een proceskostenveroordeling.