ECLI:NL:CBB:2001:AB0302
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- D. Roemers
- M.A. van der Ham
- C.J. Borman
- Rechtspraak.nl
Toekenning van aparte UBN-nummers aan varkenshouderijlocaties in verband met definitie van vestiging
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan over de toekenning van Unieke Bedrijfsnummers (UBN) aan een varkenshouderij. Appellante, een maatschap gevestigd in B, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het Productschap Vee en Vlees, dat haar verzoek om één UBN voor twee locaties, gescheiden door een openbare weg, had afgewezen. De zaak kwam ter zitting op 29 november 2000, waar de gemachtigden van beide partijen hun standpunten toelichtten.
De kern van het geschil draaide om de definitie van 'vestiging' zoals vastgelegd in de Verordening identificatie en registratie varkens 1998. De appellante stelde dat haar twee locaties, hoewel gescheiden door een onverharde weg, functioneel en veterinaire eenheden vormden en dus als één vestiging moesten worden aangemerkt. Het Productschap daarentegen betoogde dat de aanwezigheid van de openbare weg betekende dat er geen sprake was van aangrenzende percelen, en dat de locaties dus als afzonderlijke vestigingen moesten worden beschouwd.
Het College oordeelde dat de definitie van vestiging in de Verordening eenduidig was en dat de aanwezigheid van de openbare weg de aanname van aangrenzende percelen uitsloot. Het College bevestigde dat de regelgeving was aangepast naar aanleiding van de uitbraak van varkenspest, en dat het van belang was om de bestrijding van dierziekten niet te bemoeilijken. Daarom werd het beroep van appellante ongegrond verklaard, en werd de beslissing van het Productschap om twee aparte UBN-nummers toe te kennen gehandhaafd. De uitspraak benadrukte het belang van duidelijke definities in de regelgeving en de noodzaak om de volksgezondheid en dierenwelzijn voorop te stellen.