ECLI:NL:CBB:2001:AB0291
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- D. Roemers
- H.G. Lubberdink
- F.H.M. Possen
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven in douanerechtelijke geschillen
In deze zaak, uitgesproken op 20 februari 2001, heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBB) zich gebogen over een beroepschrift van Aero Ground Services B.V. tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Het geschil ontstond naar aanleiding van een uitnodiging tot betaling (UTB) die was opgelegd op basis van douanerechten en landbouwheffingen. De UTB was het gevolg van een controle op een container met vleesproducten die vanuit de Verenigde Staten naar Nederland was vervoerd. De douane had vastgesteld dat de inhoud van de container niet voldeed aan de vereisten, wat leidde tot een minderbevinding en de daaropvolgende UTB.
De appellante betwistte de rechtsgrond van de UTB, stellende dat de landbouwheffingen ten tijde van de UTB niet meer aanwezig waren en dat de UTB derhalve diende te vervallen. De Minister stelde echter dat de UTB abusievelijk als 'landbouwheffing' was omschreven, terwijl het in feite om douanerechten ging. Het CBB oordeelde dat de terminologie in de UTB niet correct was en dat de Tariefcommissie exclusief bevoegd was om over de douanerechten te oordelen, ook al waren deze abusievelijk als landbouwheffing aangeduid.
Het College verklaarde zich onbevoegd om kennis te nemen van het beroep en droeg de griffier op het dossier door te zenden aan de Tariefcommissie. Tevens werd bepaald dat het door appellante betaalde griffiegeld diende te worden vergoed. Deze uitspraak benadrukt de scheiding van bevoegdheden tussen het CBB en de Tariefcommissie in douanerechtelijke geschillen, en de noodzaak voor correcte terminologie in juridische documenten.