ECLI:NL:CBB:2001:AA9846
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- B. Verwayen
- M.J. Kuiper
- J.A. Hagen
- Rechtspraak.nl
Tuchtprocedure tegen registeraccountant wegens schending van zorgvuldigheidsnormen
In deze zaak gaat het om een tuchtprocedure tegen een registeraccountant, appellant A, die in beroep is gegaan tegen een beslissing van de Raad van Tucht voor Registeraccountants. De Raad had op 28 juni 1999 een klacht van klagers C en D gegrond verklaard en A een waarschuwing opgelegd. De klacht betrof de zorgvuldigheid waarmee A zijn rapportage had opgesteld, waarbij klagers niet de gelegenheid was geboden om te reageren op de bevindingen voordat deze aan de opdrachtgever, de Haeghe Groep, werden voorgelegd.
De procedure begon met de indiening van de klacht door klagers in augustus 1998. Na de uitspraak van de Raad van Tucht heeft A op 27 augustus 1999 beroep ingesteld bij het College van Beroep voor het Bedrijfsleven. Tijdens de zitting op 31 oktober 2000 heeft A zijn standpunt toegelicht, waarbij hij aanvoerde dat hij niet meer of minder had gedaan dan het verzamelen van materiaal voor de Haeghe Groep en dat zijn rapport geen zelfstandige betekenis had. A stelde ook dat hij klagers de mogelijkheid had geboden om zijn bevindingen te becommentariëren.
Het College heeft de argumenten van A beoordeeld en geconcludeerd dat hij in strijd heeft gehandeld met de Gedrags- en Beroepsregels voor Registeraccountants. Het College oordeelde dat A, als registeraccountant, grote zorgvuldigheid in acht diende te nemen en klagers de gelegenheid had moeten bieden om te reageren op zijn conclusies voordat hij deze aan de Haeghe Groep voorlegde. De beslissing van de Raad van Tucht werd door het College bevestigd, en het beroep van A werd verworpen. De uitspraak werd gedaan op 23 januari 2001 door de rechters B. Verwayen, M.J. Kuiper en J.A. Hagen.