ECLI:NL:RVS:2025:2422
Raad van State
- Hoger beroep
- M. den Heyer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake afwijzing verblijfsvergunning asiel en uitzetting naar Afghanistan
Op 28 mei 2025 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een appellant tegen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, die op 6 december 2022 door de staatssecretaris was genomen. De staatssecretaris had ook geweigerd om ambtshalve te bepalen dat de uitzetting van de appellant achterwege zou blijven en had hem opgedragen de Europese Unie binnen vier weken te verlaten. De rechtbank Den Haag had op 22 september 2023 het beroep van de appellant gegrond verklaard en het besluit van de staatssecretaris vernietigd, met de opdracht om een nieuw besluit te nemen.
In het hoger beroep heeft de Afdeling geoordeeld dat de argumenten van de appellant niet voldoende zijn om het hoger beroep gegrond te verklaren. De Afdeling verwijst naar eerdere uitspraken waarin is vastgesteld dat vreemdelingen die in een westers land hebben verbleven, niet automatisch een reëel risico op ernstige schade lopen bij terugkeer naar Afghanistan. De Afdeling concludeert dat het hoger beroep ongegrond is en dat de minister geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is gedaan met toepassing van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht.