ECLI:NL:RVS:2025:2407
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- M. den Heyer
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verblijfsvergunningen
Op 27 mei 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekers, [verzoeker I] en [verzoeker II], een voorlopige voorziening vroegen. Dit verzoek volgde op de afwijzing van hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 22 september 2023. De rechtbank Den Haag had op 25 oktober 2024 in een eerdere uitspraak het beroep van verzoeker I gegrond verklaard, het besluit van 22 september 2023 vernietigd, maar de rechtsgevolgen in stand gelaten. Het beroep van verzoeker II was ongegrond verklaard. Verzoekers hebben hoger beroep ingesteld en vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, zodat zij niet zouden worden uitgezet voordat er op het hoger beroep was beslist en om opvang en verstrekkingen te ontvangen. De voorzieningenrechter heeft, gelet op de aangevoerde argumenten, besloten een voorlopige voorziening te treffen. De minister van Asiel en Migratie werd veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van verzoekers, die op € 907,00 werden vastgesteld, geheel toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 27 mei 2025.